Rabobank vraagt €5 per biljet voor storten van €500 en €200 biljetten

Rabobank vraagt €5 per biljet voor storten van €500 en €200 biljetten

De Rabobank verhoogt met ingang van 1 oktober de kosten voor het storten van grote bankbiljetten. Zakelijke klanten gaan €5 per biljet betalen voor het afstorten van biljetten van €500 en €200. De bank zegt hoge kosten te maken voor onderzoek naar de herkomst van deze biljetten, omdat ze daartoe vaak wettelijk verplicht zijn.

De bank schrijft in een begeleidende brief dat er risico's verbonden zijn aan grote bankbiljetten, zoals witwassen en andere criminele activiteiten. Door de kosten voor het storten van deze biljetten te verhogen probeert de bank haar klanten aan te moedigen grote betalingen voortaan digitaal te doen. Uit de brief:

"Contant geld speelt ondanks alle digitale ontwikkelingen nog steeds een grote rol in onze maatschappij. Echter, aan het gebruik van grote sommen contant geld en met name grote coupures (biljetten van €200 en €500) zijn risico's verbonden zoals witwassen en andere criminele activiteiten.

Als bank werken wij er hard aan om te voorkomen dat u en wij hierbij worden betrokken. Dit doen we niet alleen. Als ondernemer kunt u hier aan bijdragen door grote bedragen en/of grote coupures, zoveel mogelijk digitaal te ontvangen. Zo kunnen we samen het misbruik van contant geld door criminelen tegengaan."

Banken ontmoedigen contant geld

Zakelijke klanten van de Rabobank betalen deze hogere kosten niet alleen bij afstorten via sealbags, maar ook via de stortautomaat. En dat kan flink in de papieren lopen. Voor contante betalingen zonder legitimatie geldt een limiet van €10.000. Als klanten dat in biljetten van €200 betalen zijn dat in totaal vijftig biljetten. Dat betekent dat een ondernemer bij het afstorten van een dergelijk bedrag €250 aan kosten moet betalen.

De Rabobank is niet de enige bank die het gebruik van contant geld verder ontmoedigt. Ook de ABN Amro kwam eerder dit jaar in opspraak, toen ze haar plannen bekendmaakte om kosten in rekening te brengen voor het opnemen van geld.  Klanten die in een jaar tijd meer dan tienduizend euro contant opnemen moeten voor iedere geldopname die daarna volgt vijf euro plus 0,5% van het opgenomen bedrag aan kosten betalen.

De Nederlandsche Bank

De Nederlandsche Bank (DNB) was niet gecharmeerd van deze actie. Begin juli liet de centrale bank weten dat ze met banken om tafel wil zitten om afspraken te maken. Het standpunt van DNB is dat contant geld bereikbaar en bruikbaar moet blijven. De centrale bank stelde voor om voor de komende vijf jaar afspraken te maken met banken om dat te regelen.

Volgens de centrale bank is het begrijpelijk dat banken kosten voor het betalingsverkeer aan de klanten willen doorberekenen, maar daarmee mogen zij niet de gebruikers van contant geld schaden. Ook verklaarde DNB dat inspanningen van banken om witwassen en fraude op te sporen het legitieme gebruik van contant geld niet mogen bemoeilijken en de bereikbaarheid van de chartale infrastructuur verminderen.

Het plan van Rabobank om de kosten voor het storten van grote coupures te verhogen lijkt strijdig met het uitgangspunt van DNB. Ook bankbiljetten van €200 en €500 kunnen legitiem verkregen zijn en legitiem gebruikt worden. We zijn dan ook benieuwd of de centrale bank dit zal aankaarten. Of gelden er voor grote bankbiljetten toch andere regels?

Rabobank verhoogt kosten voor storten van €200 en €500 biljetten

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »