Naar een nieuwe geldstandaard?

Naar een nieuwe geldstandaard?

We staan aan de vooravond van een schuldencrisis zonder weerga. Al voor de corona-crisis bestond die dreiging. Deze crisis zorgt door alle maatregelen zelfs voor een versnelde toename van schulden, terwijl de onderliggende economie verder verzwakt. Het moment dat we niet meer kunnen of willen betalen komt snel dichterbij. Op naar een nieuwe geldstandaard!

Overmatige schuldcreatie door overkreditering is een probleem in de westerse samenleving sinds het loslaten van de goudstandaard in 1914. Overheden en banken hielden niet van de goudstandaard, die bracht namelijk discipline omdat er een rem zat op het creëren van geld en krediet uit het niets.

Overheden wilden echter graag gebruik maken van kredietcreatie omdat ze daarmee het geld in handen kregen om de samenleving een bepaalde richting in te sturen; de maakbaarheidsgedachte. En banken wilden graag meer krediet verstrekken dan er spaargeld in de kluis lag, omdat ze daaraan geld verdienden.

De hele samenleving raakte verslaafd aan het goedkope geld. Na het loslaten van de goudstandaard kregen bankiers de beschikking over de geldpers. Daar hebben we met z’n allen flink gebruik van gemaakt. Om de boel nog enigszins in de hand te houden, wierp de overheid zich op als toezichthouder. Het kind kreeg de sleutels van de snoepwinkel.

Krediet

Het woord krediet komt van het Latijnse credere: geloven/vertrouwen. Kredietverlening is dus het verlenen van vertrouwen. Het is een privilege waar omzichtig mee moet worden omgegaan, het kan zowel ten goede als ten kwade worden aangewend. Als het aan bankiers toevertrouwde gespaarde kapitaal op een efficiënte manier via het banksysteem naar de juiste ondernemers wordt geloodst, leidt dit in economische groei. Kredietverlening kan een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van de samenleving als het is gebaseerd op discipline en gespaard kapitaal.

Sinds het loslaten van de goudstandaard kan krediet uit het niets worden gecreëerd. Het geldsysteem dat was gebaseerd op bezit is vervangen door een geldsysteem op basis van schuld. Dit was voor overheden, samenleving en banken op korte termijn natuurlijk geweldig, want op krediet kun je alles kopen wat je hartje begeert en banken en andere krediet scheppende financiële instellingen verdienen goed aan de renteontvangst.

Krediet wordt ook in dit van goud losgekoppelde systeem verleend op basis van vertrouwen. Het wordt niet meer alleen verleend aan ondernemers, maar ook aan consumenten en aan partijen die een onderpand als zekerheid inbrengen, zoals hypotheeknemers en eigenaren van commercieel vastgoed.

Doorrollen

Het vertrouwen is dus niet meer alleen gebaseerd op de gelimiteerde hoeveelheid spaargeld en de terugverdiencapaciteit van de ondernemer, maar ook op het vertrouwen dat schulden altijd kunnen worden afgelost door mensen met een solide inkomen of door liquidatie van in waarde gestegen onderpand. En als een schuld niet op een van deze manieren kan worden afgelost, is het altijd nog mogelijk om deze vooruit te schuiven met herfinanciering.

De overheid is hierin een meester geworden. Het verleende krediet wordt praktisch nooit afgelost, doorrollen van bestaande leningen volstaat. De afgelopen veertig jaar kon dit ook nog eens tegen steeds lagere rente. Met steeds meer schuld als resultaat. De overheid meent ook in economisch mindere tijden te moeten stimuleren met extra kapitaal en in goede tijden dan te bezuinigen (Keynes). Dat laatste doen ze niet omdat bezuinigen politiek niet verkoopt.

Natuurlijk heeft het van goud losgekoppelde geld- en kredietsysteem een ongekende welvaart mogelijk gemaakt. Lange tijd vertrouwden we erop dat het wel snor zat met de dienstverlening van banken en andere kredietscheppende financiële instellingen en de toezichthoudende rol van centrale banken. We hebben er echter geen rekening mee gehouden dat dit systeem inherent instabiel is. Als het vertrouwen om wat voor reden wegvalt, valt het systeem. Keer op keer blijkt vertrouwen een wankele basis voor een reële economie.

Fantoomgroei

De welvaartsgroei op krediet is vluchtig, niet duurzaam en zeer instabiel, zoals blijkt uit de vele monetaire en financiële crises sinds de ontkoppeling van goud en papiergeld. Inmiddels leven we in een wereld waar centrale banken schulden moeten blijven opkopen om het financiële systeem te stabiliseren.

Toch is er volgens de meeste economen geen alternatief. We zijn in hun optiek veroordeeld tot het huidige systeem, de instabiliteit wordt namelijk gecompenseerd door juist die snelle welvaartsgroei. De schulden zijn inmiddels echter zo hoog opgelopen, dat onzekerheid over de houdbaarheid ervan zorgt voor afname van economische productiviteit.

Dat er geen alternatief is, is een misvatting. Deze wordt in leven gehouden door de partijen die er het meeste van profiteren: overheden, banken en financiële instellingen. Een misvatting die zorgt voor steeds meer zombiebedrijven en zorgt dat economische hervormingen uitblijven alsook een toenemende kloof tussen rijk en arm. Het is een misvatting die aan de basis staat van een gestage verarming van de middenklasse.

Nieuwe geldstandaard

Er is echter wel degelijk een geldsysteem denkbaar dat stijgende welvaart en stabiliteit combineert: een systeem dat is gebaseerd op een standaard. Dat kan een beproefde variant zijn, zoals een gouden standaard, of een meer moderne variant op basis van digitale valuta. Voorwaarde is dat de monetaire standaard voldoende schaars is om te kunnen functioneren en niet makkelijk snel te vermeerderen is. Op dit moment voldoen zowel goud als Bitcoin aan dit criterium. Als geld gekoppeld is aan een monetaire standaard, kan het niet meer uit het niets worden gecreëerd om bijvoorbeeld banken te redden die teveel risico hebben genomen.

Het belangrijkste argument van economen tegen een geldstandaard is dat het deflatie veroorzaakt. Ze zien dat als onwenselijk omdat ze denken dat de economie dan niet zal groeien. Milde deflatie bij een geldstandaard is echter geen enkel probleem, zelfs gunstig. Dit is goed te zien als we kijken naar relatief jonge markten, waar nog veel innovatie plaats vindt. Laptops en flatscreen tv’s worden elk jaar beter en goedkoper. De productiviteit in deze markt stijgt zo snel, dat de koopkracht van elke euro ten opzichte van de producten toeneemt. Het heeft mensen er echter nog nooit van weerhouden om deze producten, in afwachting van lagere prijzen, te kopen.

Stabiele groei

Een geldstandaard beknot dan ook geenszins de welvaartsgroei. Cijfers wijzen uit dat de productieve economie nog nooit zo veel groei heeft gekend als onder de gouden standaard van 1871 tot 1914. Dat is niet vreemd, want stabiele waarden brengen voorspelbaarheid en vertrouwen, twee basisingrediënten voor de bloei van bedrijvigheid.

In een systeem dat is gekoppeld aan goud worden mensen die spaargeld aanhouden beloond, omdat de productiviteit doorgaans sneller stijgt dan de hoeveelheid goud. De koopkracht van het geld neemt hierdoor langzaam toe, technisch gesproken is er dan sprake van deflatie. Mensen die schulden willen aangaan worden juist beknot. Het is immers niet gunstig om een lening af te moeten lossen met geld dat in de loop van de lening meer waard is geworden.

Omdat de koopkracht van geld gestaag stijgt, hoeven mensen niet massaal hun toevlucht te nemen tot riskante beleggingsproducten. Leningen en beleggingsproducten zijn echter nu net de producten waar banken en andere financiële instellingen veel geld aan verdienen in ons huidige op vertrouwen gebaseerde kredietsysteem.

Het lijkt erop dat het gros van de economen, analisten en vermogensbeheerders bang zijn voor broodroof als er belangstelling komt voor herinvoering van een geldstandaard. Het is niet de welvaart die wordt beknot bij herinvoering van een geldstandaard, maar de groei van overheidsbureaucratieën en de financiële sector. Excessieve kredietcreatie, financiële bubbels en schuldopbouw zullen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Uiteindelijk is herinvoering van een geldstandaard dan ook geen economisch, maar een filosofisch vraagstuk. Beschikken politici, bankiers, ondernemers en burgers over voldoende culturele, morele en intellectuele bagage om na de schuldencrisis te kiezen voor een geldstandaard?

Deze column verscheen eerder in de krant van de Libertaire Partij

Sander Boon

Sander Boon

drs. Sander Boon is politicoloog. Hij is een gedreven politiek-economisch en monetair analist die verder kijkt en dieper graaft en daardoor vaak verborgen verbanden ontdekt. Hierdoor heeft hij een unieke kijk op sociaal-maatschappelijke, politiek-economische en monetaire trends en ontwikkelingen.

Lees alles van Sander Boon »