Christine Lagarde brengt neutraliteit ECB in gevaar

Christine Lagarde brengt neutraliteit ECB in gevaar

Christine Lagarde is vorige week een stap dichterbij gekomen om Mario Draghi op te volgen als president van de ECB. De commissie Economische en Monetaire Zaken van het Europees Parlement steunde haar voordracht met 37 stemmen voor, 11 stemmen tegen en 4 onthoudingen. De vraag is of we daar gelukkig van moeten worden, aangezien Lagarde in haar schriftelijke en mondelinge verklaring nogal opmerkelijke uitspraken heeft gedaan.

Zo wil ze de centrale bank niet alleen 'groener' maken, ook is ze bereid alle monetaire instrumenten in te zetten om de inflatie naar de doelstelling van 2% te brengen. Tenslotte wil ze overheden aansporen tot meer fiscale stimulering, terwijl eerder nog het streven naar een begrotingsevenwicht centraal stond.

Het heeft er dus alle schijn van dat de ECB onder leiding van de Française een ruim monetair beleid zal voeren en meer nadruk zal leggen op fiscale stimulering. Maar dat is nog niet eens het ergste. Nog veel zorgwekkender is dat Lagarde zich meer met politieke zaken wil bemoeien, door te beginnen over 'groene obligaties' en een Europees 'fiscaal stimuleringsplan'. Dat laat zich maar moeilijk rijmen met de principes van een neutrale en onafhankelijke centrale bank.

Meer politiek in de ECB

Lagarde gaf in haar verklaring tegenover het Europees Parlement alle politiek gewenste antwoorden. Ze wil het huidige monetaire beleid voortzetten en is bereid alle monetaire instrumenten in te zetten om de inflatie naar de doelstelling van 2% te brengen. Haar uitspraken over groene obligaties zijn nog wel het meest opzienbarend, want dat is een vorm van politiek die ver buiten het mandaat van de centrale bank valt.

Voor wie deze term nog niet eerder heeft gehoord, groene obligaties zijn leningen voor bepaalde projecten die door ambtenaren als duurzaam worden aangemerkt. Denk bijvoorbeeld aan windmolenparken, zonneweiden en biomassa-installaties. Obligatieleningen voor dit soort projecten krijgen het stempel 'groen' en zijn daardoor aantrekkelijker voor beleggers, zeker als institutionele beleggers en banken gestimuleerd worden dit soort obligaties te kopen.

Het probleem met deze classificatie is dat er nog geen heldere definitie bestaat van wat precies een groene obligatie is. In Duitsland krijgen mensen bijvoorbeeld subsidie als ze hun huis aansluiten op aardgas, terwijl de regering in Nederland juist subsidie geeft aan mensen die hun huis van het aardgas afsluiten. Ook zijn er veel verschillende meningen over de milieuvriendelijkheid van bijvoorbeeld zonnepanelen, elektrische auto's en windmolens, wanneer je de volledige productieketen in ogenschouw neemt.

Wanneer de centrale bank in een volgend stimuleringsprogramma de voorkeur geeft aan 'groene obligaties' dreigt dus een vorm van willekeur te ontstaan. Bedrijven die politiek wenselijke projecten uitvoeren worden bevoordeeld ten koste van bedrijven die zich bezighouden met zaken die niet als duurzaam worden bestempeld. Dat de ECB sinds een paar jaar obligaties van bedrijven opkoopt is eigenlijk al een vorm van ongewenste marktmanipulatie, maar met de plannen voor het opkopen van meer 'groene obligaties' zet de centrale bank nog meer stappen op een glijdende schaal.

Zwakke munt

De ECB van nu is niet meer dezelfde als die van 1999, toen de euro werd gelanceerd. De euro is niet meer de sterke munt waar de Duitsers op hadden gehoopt, maar een zwakke munt die buigt voor de wensen van politici en bankiers. Twintig jaar na de lancering van de euro zitten we met een munt waarvan de waarde ieder jaar zichtbaar daalt. Je kunt hem bijna gratis lenen en als je hem weer naar de bank brengt moet je daar al bijna geld voor betalen.

De hoop op een sterke munt is vervlogen en we zijn nu overgeleverd aan een kandidaat centraal bankier die zich meer op het terrein van de politiek wil begeven. Dat is slecht nieuws voor spaarders, aangezien overheden nou eenmaal graag het geld van een ander uitgeven. Laten we hopen dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen, maar de vooruitzichten zijn vooralsnog niet positief. Als de goudprijs een weerspiegeling is van het hedendaagse vertrouwen in politici en centrale banken, dan ziet het er niet goed uit...

Deze column verscheen eerder op Goudstandaard

Frank Knopers

Frank Knopers

Frank Knopers studeerde bedrijfswetenschappen aan de Universiteit Twente in Enschede en behaalde een Master in Financial Management met een onderzoek naar de effectiviteit van waardebeleggen (value investing) in Nederland. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is Frank zich gaan verdiepen in het geldsysteem en de goudmarkt.

Lees alles van Frank Knopers »